In de nacht van 29 op 30 oktober 2012 bereikte Hurricane Sandy het eiland van Manhattan in New York. Door een overstroming explodeerde aan 14th Street een transformator van het bedrijf Con Edison, waardoor het grootste deel van Lower Manhattan die nacht in het duister doorbracht. Meer dan één miljoen New Yorkers zaten zonder stroom, sommigen elf dagen lang.
Klimaatverandering is voor velen een abstract verschijnsel dat ergens ver weg op de Noordpool plaatsvindt, maar extreem weer maakt het ook van dichtbij zichtbaar. Hurricane Frances, Rita, Ivan, Charley, Wilma, Ike, Sandy, Katrina: acht van de tien grootste orkanen ooit in de Verenigde Staten vonden plaats in de afgelopen tien jaar. En hoewel klimaatverandering de orkanen niet per se heeft veroorzaakt, zijn de wetenschappers er wel zeker van dat ze erdoor zijn versterkt.
De grootste bijdrager van klimaatverandering is de energievoorziening van de aarde. Door de verbranding van fossiele brandstoffen, in bijvoorbeeld kolencentrales, komt er extra koolstofdioxide in de atmosfeer, dat als een warme deken om de aarde slaat. Het probleem is niet alleen dat de temperatuur gemiddeld iets hoger wordt, maar ook dat de temperatuur steeds meer piekt, waardoor bijvoorbeeld oogsten mislukken.
Energie heeft een rol te spelen in een beter milieu. Juist omdat het zo’n grote veroorzaker is van klimaatverandering, kan het ook een groot deel van de oplossing zijn. De inwoners van New York lieten zien dat we het samen kunnen doen: door te delen. Tijdens de stroomstoring deelden de mensen die nog wel elektriciteit ontvingen dat met de overige inwoners, zodat ook zij hun familie en vrienden konden bereiken.
Wat hier op kleine schaal gebeurt, kan ook wereldwijd worden toegepast.
Niet ieder land heeft namelijk de mogelijkheid om te investeren in duurzame energie, zoals Nederland dat wel heeft. Hier worden windparken van miljarden euro’s gebouwd, ontvangen steeds meer boeren een financiering voor een biovergister of windmolen, en leggen steeds meer mensen hun daken vol met zonnepanelen. Echter, als andere landen niet volgen hebben onze inspanningen amper effect, het klimaat trekt zich immers niets aan van grenzen. Zure regen uit Engeland valt in Noorwegen, Indonesische smog daalt neer op Singapore en eilanden als Tuvalu en Kiribati dreigen in de oceaan te verdwijnen, ook al is hun CO2-uitstoot nihil.
In veel ontwikkelingslanden vindt veel CO2-uitstoot plaats door verontreiniging en ontbossing, omdat dat voor de bevolking de beste of enige manier is om te overleven, althans, op korte termijn. Veel bossen worden gekapt of afgebrand omdat landbouwgrond nu eenmaal meer oplevert dan een bos.
Vanuit die gedachte bieden we met Vandebron, naast de stroom van Nederlandse boeren, ontwikkelingsprojecten aan als compensatie op het aardgas dat we leveren. Iedereen kan zelf kiezen welk project hij of zij steunt, waarna een deel van de gasprijs naar dat project gaat. Zo compenseert iedereen zijn of haar eigen CO2-uitstoot wat betreft gasverbruik, terwijl ze de samenleving in het buitenland helpen. CO2-besparingen gaan zo goed samen met ontwikkelingshulp.
De volgende drie projecten bieden wij aan:
Forest Conservation in Kikonda, Uganda
Landbouwgrond levert meer geld op dan een bos, daarom vindt in Afrika veel ontbossing plaats. Waar de bossen ooit stonden worden nu sojabonen en oliepalmen verbouwt. De bomen nemen dus geen CO2 meer op en illegale houtkap heeft zo een negatieve invloed op het klimaat.
Met dit project worden bewoners in Uganda opgeleid om nieuwe bomen te planten waar ooit bossen stonden. Het project zorgt ook voor huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs, en leert de bewoners om de landbouwgrond optimaal te benutten, zodat ze niet telkens een nieuw stuk grond nodig hebben. Zo blijven bestaande bossen bespaard, en wordt CO2 uitstoot vermindert. Daarnaast worden dieren als antilopen, apen en vele soorten vogels niet uit hun leefomgeving verjaagd.
Gebruik van Cookstoves in Mali
Meer dan de helft van Mali is woestijn en het deel dat geschikt is om gewassen te verbouwen is vooral bebost. Hoewel in Mali minder energie wordt gebruikt dan in Nederland, is hout een veelgebruikte brandstof om te koken. Dat hout komt vooral uit bossen die niet opnieuw worden aangeplant. Het koken op hout zorgt voor extra CO2 uitstoot, maar ook voor vele gezondheidsproblemen. Door luchtvervuiling binnenshuis overlijden ieder jaar zo’n 40.000 Maliërs.
Dit project zorgt voor nieuwe kookovens. Door de schoorsteenwerking is de verbranding van deze ovens sneller en efficiënter. Ze verbruiken minder brandstof en komen er geen giftige stoffen meer vrij, zoals koolstofmonoxide, wat wel ontstaat bij onvolledige verbranding van hout. Omdat de ovens tot wel 50% minder hout gebruiken is er minder houtkap nodig. De ovens worden in Mali zelf gemaakt en zorgen zodoende ook nog eens voor extra banen in de regio.
Waterpurificatie project in Vietnam
Vietnam heeft meer dan 2360 rivieren van tien kilometer of meer, maar toch hebben miljoenen inwoners van het Zuidoost-Aziatische land geen toegang tot schoon drinkwater. Door een flinke groei van zowel de bevolking als de economie zijn rivieren en meren vervuild geraakt. Dat veroorzaakt ieder jaar zo’n 80% van alle ziektegevallen in Vietnam, waaronder cholera, tyfus, dysenterie en malaria.
Met dit project steunen we het verschonen van het water in Vietnam. Ook worden voorzieningen aangelegd om verdere vervuiling te voorkomen. Dankzij schoon drinkwater worden minder kinderen en volwassenen ziek, en hoeven vele inwoners in Vietnam hun water niet meer te koken voordat ze het kunnen drinken. Hierdoor is er minder CO2 uitstoot.
Dit zijn allemaal projecten die laten zien dat ontwikkelingshulp goed kan samengaan met verduurzaming. Nederlands, als land, behoort tot de rijksten ter wereld. We kunnen heel goed, terwijl we zelf verduurzamen, andere landen zoals Uganda, Mali en Vietnam, ook een handje helpen.
“We have power. Feel free to use it.”
Wil je meer weten klik hier: