Back to blog

Eigenzinnige cateraar pakt voedselverspilling serieus aan, dat is nog eens duurzaam ondernemen

17 december 2015 in Initiatieven

Mijn stelling dat we naar een economie van nieuwe waarden moeten migreren wordt mooi geïllustreerd door het artikel over de sociale onderneming ; Cateringbedrijf Hutten! Hier gelden waarden als duurzaamheid, de menselijk maat en gezondheid boven rendementsdenken in termen van geld. Wat mij betreft een voorbeeld van hoe de economie er in de toekomst uit hoort te zien. Mijn complimenten!

 

 Treffende quote:

Wij meten ons succes af aan het plezier dat we hebben, niet aan het hoogste rendement’

Bob Hutten, directeur van de gelijknamige cateraar.

 

Klik hier voor de bron van het artikel uit FD

Cateraar Hutten wil zich graag onderscheiden van zijn soortgenoten. ‘Omzetgroei is geen doel op zich hier’, zegt directeur en eigenaar Bob Hutten (49). ‘We zijn een sociale onderneming.’ Bij dat sociale profiel past een nieuwe activiteit: een Verspillingsfabriek die voedselresten verwerkt tot sauzen en soepen. Voor hem staat met dit project meer op het spel dan het bedrag dat hij investeert — € 2 mln.

Slechthorenden

Een doorsneebedrijf is Hutten zeker niet. Het Brabantse familiebedrijf probeert een loyale werkgever te zijn voor zijn 1.500 werknemers (‘samenwerkers’, in Hutten-jargon). Zijn sociale gezicht toont de cateraar door ruim baan te maken voor mensen die door fysieke- of mentale beperkingen moeite hebben een reguliere baan te vinden. Zij werken bij Hutten in de centrale keuken, bij klanten en in het magazijn. Of in de bakkerij: Hutten kocht eerder dit jaar een bakkerij, waar slechthorenden koeken en worstenbroodjes maken.

Mede door dit bedrijfsprofiel is de cateraar gewild bij werkzoekenden:.Hutten krijgt elke week 600 open sollicitatiebrieven. Het bedrijf werkt onder meer voor Ziggo, Nike, Microsoft, Rabobank, De Nederlandsche Bank en diverse ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Met een omzet van ruim € 70 mln hoort het bedrijf tot de zes grootste cateraars van Nederland.

Cateraar Bob Hutten (l.) gaat restvoedsel verwerken tot eten van restaurantkwaliteit.

Cateraar Bob Hutten (l.) gaat restvoedsel verwerken tot eten van restaurantkwaliteit.

Buitenbeentje

De leiding van het bedrijf doet er alles aan om het familiegevoel en de saamhorigheid onder de medewerkers te stimuleren. Het intranet van Hutten staat vol aankondigingen van gezamenlijke activiteiten en met gedeelde filmpjes en foto’s. Ook heeft het bedrijf een eigen uitleendienst voor apparatuur voor huis en tuin. Daar kunnen medewerkers gratis klopboren, bladblazers, transportbussen en kruiwagens lenen. Iets anders wat het bedrijf regelt voor zijn medewerkers, zijn collectieve kortingen bij allerlei webwinkels.

Binnen de sector is Hutten een buitenbeentje. Het woord uitbesteden beschouwt directeur Hutten bijna als een vloek. ‘Wij doen alles zelf. We hebben 38 boeren in de regio die de grondstoffen leveren voor vrijwel alle producten die we maken. Ook de distributie en logistieke dienstverlening doen we zelf. Om die reden hebben we 23 trucks op de weg. Alleen zo kunnen we de kwaliteit leveren die we willen.’

Verkoop van Vermaat

Op de dag van het interview wordt bekend dat concurrent Vermaat uit IJsselstein voor veel geld verkocht is aan een Zwitserse investeringsmaatschappij. Hutten zegt benieuwd te zijn hoe de nieuwe eigenaar het aankoopbedrag van naar verluidt € 390 mln wil terugverdienen. ‘De catering is geen makkelijke business’, waarschuwt hij.

Hutten nam het cateringbedrijf 25 jaar geleden over van zijn vader. Hij weet inmiddels uit eigen ervaring wat tegenslag is. Twee dagen na de officiële opening van het nieuwe hoofdkantoor en distributiecentrum was het 9/11 in de Verenigde Staten. Na de aanslagen viel de markt voor catering vrijwel stil en moest Hutten jarenlang knokken om omzet binnen te halen.

‘Wij zijn niet te koop’

Nu zijn het andere tijden en is het winstgevende bedrijf een gewild koopobject voor investeerders. ‘Ik ben wel een paar keer door buitenlandse partijen benaderd die ons bedrijf wilden kopen,’ zegt Hutten desgevraagd. Gedecideerd: `Maar wij zijn niet te koop. Wij zijn sociale ondernemers. Groei is geen doel op zich voor ons. Ik ben niet uit op het hoogste rendement. Nee, wij meten ons succes af aan het plezier dat we hebben. Als ik op een dag stop met werken, win ik liever de oeuvreprijs voor goed ondernemerschap dan de hoogste winst.’

Hutten wil zo transparant mogelijk zijn, maar hij praat liever niet over de financiën van het bedrijf. ‘Ik ben geen financieel expert.’ De onderneming boekte vorig jaar een nettowinst van € 1,4 mln op een omzet van € 63 mln. Voor dit jaar verwacht hij een omzet van ruim € 70 mln, waarvan het grootste deel afkomstig is van de catering bij bedrijven, bijvoorbeeld in kantines. Het cateren op personeelsfeesten en partijen ‘s avonds is vrijwel stilgevallen als gevolg van enkele zeer nadelige belastingwijzigingen, vertelt hij.

Ergernis

De ondernemer ergerde zich al lange tijd aan voedselverspilling. ‘We gooien in Nederland voor vijf miljard euro per jaar aan voedsel weg. Grootschalige initiatieven om dit probleem aan te pakken, ontbreken.’

Daarom besloot Hutten de zogeheten Verspillingsfabriek te bouwen met Universiteit Wageningen en HAS Hogeschool uit Den Bosch. Zij gaan overtollige groenten, fruit, aardappelen en vlees inzamelen, zodat er sauzen, soepen en stoofschotels van gemaakt kunnen worden. Hutten heeft mede om die reden een tweede pand in Veghel gehuurd. Rond de jaarwisseling opent daar een keuken van 5.000 m2, met behulp van voedingsbedrijven en supermarktketens. Devoedselresten zijn afkomstig van boeren, veilingen, groentesnijders en andere cateraars. Het werk in de keuken wordt straks — zoals zo vaak bij Hutten — uitgevoerd door mensen die moeite hebben op reguliere wijze een baan te vinden door fysieke of mentale beperkingen.

Voor Hutten is de Verspillingsfabriek een belangrijk project. Zal het concept aanslaan? En gaat het lukken om met het bijbehorende nieuwe merk ‘Barstensvol’ in het schap van de supermarkt te krijgen? Hutten is hoopvol gestemd: ‘We verwachten op den duur per week 100 ton reststromen te kunnen verwerken tot eten van restaurantkwaliteit. De consument wil wel, maar om van dit project een succes te maken, moeten ook de supermarkten meedoen en ruimte voor ons maken in het schap.’

 

 

Lees meer van  Jan Verbeek, de auteur van dit artikel